Veelgestelde vragen
Wat drijft het streven naar economische groei?Het streven naar economische groei is in eerste instantie een gewoonte. Generaties achtereen weten niet anders dan dat het vanzelfsprekend is. Zolang de bevolkingsomvang toeneemt, is het ook nodig om de welvaart per hoofd gelijk te houden.
Daarnaast is het streven naar rijkdom ingegeven door persoonlijke voorkeuren. Eventueel als een poging om te ontsnappen uit onzekere economische omstandigheden. Of gedreven door verlangen, al dan niet aangewakkerd door sociale vergelijking en gewenning.
In de politiek vormt groei een uitkomst voor discussies over een rechtvaardige verdeling van welvaart. Als de totale koek groter is, kan een groep erop vooruit gaan zonder dat een ander er op achteruit hoeft te gaan.
Tot slot zit het groeistreven verankerd in institutionele regelingen omtrent arbeidsdeling, belastingheffing en het pensioenstelsel.
Een serieuze overweging is de vraag of economische groei niet eenzelfde effect heeft als inflatie. De geldontwaarding zorgt ervoor dat mensen geld niet in hun zak houden, zodat de uitwisseling van goederen en diensten niet stagneert. Inflatie zorgt voor een vooruit gerichte blik. Voor het huidige economische bestel is deflatie daarom desastreus.
Mogelijk speelt economische groei eenzelfde rol en werkt gelijkblijvende of zelfs afnemende welvaart als een negatieve katalysator. Dit laat onveranderd dat systemen een middel moeten zijn en geen doel op zichzelf.
Artikel ‘We moeten afstappen van eindeloze economische groei’
Een veelgehoorde opvatting is dat welvaartsgroei nodig is om te kunnen concurreren en handel te kunnen drijven met andere landen. Het gaat bij concurrentie echter om de hoeveelheid goederen en diensten die je per geldeenheid krijgt en niet om de omvang van de totale productie. Het gaat kortom om de productiviteit.
Een vergelijking tussen Nederland en de Verenigde Staten illustreert dit. Omdat de productiviteit in beide landen nagenoeg hetzelfde is, kan prima handel worden gedreven. Ondanks dat de totale welvaart per hoofd van de bevolking in de VS ongeveer 20% hoger is, omdat men ook circa 20% meer uren werkt.
Vergelijking Nederland en Verenigde Staten
Productiviteit vertaalt zich in de lonen. Hoe hoger de productiviteit, hoe hoger de lonen kunnen zijn zonder aan concurrentiekracht in te boeten. Omdat China in vergelijking een lage productiviteit heeft kan het land alleen concurreren met lage lonen. Je krijgt relatief weinig per uur, maar hoeft ook maar weinig te betalen.
Als we de inkomens en welvaart willen handhaven is het dus wel van het grootste belang dat de productiviteit op peil blijft. Technologische innovatie is hiervoor een voor de hand liggend middel.
Ergensland vindt dat ieder mens gelijkwaardig is en dat ieders welbevinden even zwaar telt. Wat niet wil zeggen dat ieder mens gelijk is. Door aangeboren verschillen of andere toevallige omstandigheden is de ene persoon waarschijnlijk beter in staat een bepaald niveau van welbevinden te bereiken dan de ander.
Een belangrijk voorbeeld is het verschil in talent. Talent is een aangeboren eigenschap waarop een individu geen invloed heeft. Enkel de ontplooiing van talent is een persoonlijke verdienste, al hangt ook dat gedeeltelijk af van de omgeving waarin men opgroeit. Tegelijkertijd zijn beloningsverschillen grotendeels gebaseerd op het verschil in talent.
Artikel ‘Pas op: liefde baart extra ongelijkheid’
Artikel ‘Verlies PvdA kwam niet door Rutte II’
Hoewel er in een land vrijwel geen relatie blijkt te bestaan tussen de mate van inkomensgelijkheid en het gemiddeld ervaren welbevinden, is die relatie er wel voor de verdeling van het ervaren welbevinden binnen een samenleving. Er is dus een individueel verband tussen een toevallig verkregen talent en de mogelijkheid om welbevinden te bereiken.
Publicatie SCP: ‘De sociale staat van Nederland 2017‘
De vraag is of de overheid het verschil in deze toevallige omstandigheden moet compenseren. Ergensland vindt dat dit wenselijk is zolang het redelijkerwijs mogelijk is. Zo zijn verschillen in beloning idealiter afhankelijk van door het individu te beïnvloeden factoren, zoals het leveren van inspanning of het aangaan van risico’s.
Marktwerking wordt vaak gezien als onafhankelijk scheidsrechter in discussies over beloningsverschillen. Een theorie over marktwerking is echter iets anders dan een op morele overtuigingen gebaseerde theorie over een rechtvaardige verdeling van inkomen en welbevinden.
Bepaal uw eigen mening over verdelingsvraagstukken
Deze site en de artikelen hierop hebben betrekking op de situatie in de westerse wereld, specifiek de Nederlandse samenleving. Die is in een relatief korte tijd ontwikkeld tot een zeer welvarende maatschappij. Ergensland stelt de vraag of het onverminderd streven naar nog meer welvaart nog zinvol is. Of dat we ons beter op het bredere begrip welbevinden kunnen richten.
Deze overdenkingen moeten niet geprojecteerd worden op de situatie in bijvoorbeeld ontwikkelingslanden. Welvaart is de belangrijkste factor voor het bereiken van welbevinden. Hoe slechter de uitgangspositie, hoe groter dit effect. Het verhogen van de levensstandaard heeft in ontwikkelingslanden de hoogste prioriteit en het westen heeft succesvolle voorbeelden afgeleverd om dit te bereiken.
Het is vanzelfsprekend om onze eigen welvarende en rechtvaardige samenleving in stand te willen houden, maar ook om dit tegelijkertijd iedereen op de wereld toe te wensen. De situatie in de Derde Wereld is vergelijkbaar met die in het westen van 100 tot 150 jaar geleden. Het genereren van koopkracht om zo een volksopstand te voorkomen, waren destijds de pragmatische redenen om sociale arrangementen voor de in armoede verkerende massa in te stellen. Eenzelfde soort pragmatische overwegingen kunnen een lans breken voor mondiale herverdeling.
Tegelijkertijd geeft een economische ontspanning in het westen ontwikkelingslanden de ruimte zich sneller en op grotere schaal te ontwikkelen. Met gebruik van klassieke economische middelen als winstgedreven private investeringen en kapitaalverstrekking door banken.
De vooruitgang van ontwikkelingslanden: video ‘De Laatste Markt’
Is armoede oplosbaar? Video ‘Van chimpansee tot miljonair’
Uitgangspunt blijft de inspanning die ontwikkelingslanden bereid zijn te leveren om een goed leven op te bouwen. De manier om deze inspanningen te coördineren tot de gewenste uitkomsten is op landelijk niveau een oplosbaar vraagstuk gebleken. Nu rest de toepassing op mondiaal niveau.
Milieubewegingen suggereren dat milieuvervuiling de leefbaarheid van de samenleving en daarmee het welbevinden aantast. Dit verband blijkt er echter niet altijd te zijn. Een duurzame samenleving vraagt offers die het welbevinden zelfs kan aantasten. Wat niet wil zeggen dat het milieu geen waarde op zichzelf vertegenwoordigt. Of dat het verdwijnen van alle natuur op termijn geen negatief effect heeft op de voorwaarden voor het bestaan en het welbevinden.
‘Geluksprofessor’ in gesprek met Milieudefensie
Uit diverse onderzoeken blijkt dat er behoefte is meer aandacht aan het welbevinden te besteden.
Uitkomsten enquête ’21 minuten.nl’
Daarnaast zijn er talloze belangenorganisaties actief die trachten de voorwaarden voor welbevinden te bevorderen. Het blijft uiteraard een persoonlijke afweging of men zich kan vinden in het streven naar welbevinden of de voorkeur geeft aan andere doelen.
Bepaal uw eigen levensinstelling
Mogelijkerwijs hebben de beschreven veranderingen in de arbeidsdeling nog een extra effect. Want gekeken naar het totaal aantal werkenden en het uiteindelijk geproduceerde, rijst de vraag of het niet allemaal wat makkelijker kan.
Wellicht verricht een gedeelte van de mensen werkzaamheden die eerder geboren zijn uit de noodzaak een baan te hebben, dan dat dit werk uit het oogpunt van productie strikt noodzakelijk is.
Artikel ‘De kans dat we ons gaan vervelen lijkt me klein‘
Al deze functies worden op hun beurt ondersteund door administratieve, financiële en personeelsdiensten. Het hoge aandeel in de totale werkgelegenheid van (onderlinge) dienstverlening is in dit kader illustratief.
Percentage dienstverlening in loop der jaren
Een aanpassing die ruimte biedt de werkgelegenheid te laten dalen zonder dat het coördinatiemechanisme stagneert, leidt mogelijkerwijs tot verrassende veranderingen op dit gebied.
Het meest kostenefficiënt is uiteindelijk niet alleen dat geproduceerde goederen en diensten een zo klein mogelijk beslag op productiemiddelen leggen, maar ook dat ze met zo min mogelijk overhead tot stand en op de plek van bestemming komen.
Gedeelde waarden zijn het samenbindend element van elke samenleving. Ze komen voort uit levensbeschouwing, filosofie of overtuiging en hebben een normatief karakter. Ze geven aan wat idealiter wordt nagestreefd en gedaan.
Overtuigingen zijn gedachten over hoe de wereld in elkaar zit en hoe een bepaald doel bereikt kan worden. Overtuigingen zijn gebaseerd op eerdere ervaringen, wetenschappelijke kennis en de heersende sociaal-economische en technologische situatie.
Waarden en overtuigingen bepalen het handelen van individuen. Ze vormen een leidraad bij het inrichten van economische, politieke en sociale instituties die de basisstructuur zijn van de maatschappij. Waarden en overtuigingen komen op allerlei manieren aan de oppervlakte, onder meer in de vorm van streefcijfers, wetten en gedragsregels.
Gedragingen die logisch lijken in het ene stelsel van waarden en overtuigingen komen vreemd over in een andere tijd. De uitgangspunten zijn veranderd.
Waarden en overtuigingen zijn vaak veranderd. Het huidige denken is niet van alle tijden. En ze zijn evenmin noodzakelijkerwijs tot stand gekomen.
In de Griekse oudheid zijn ethische principes over het goede leven de leidraad voor dagelijks handelen. Klassieke deugden staan centraal bij de inrichting van de samenleving. Gedurende de Middeleeuwen nemen religieus geïnspireerde waarden deze rol over. Godsdienst heeft een sterke invloed op het centrale gezag en de bevolking.
In moderne seculiere samenlevingen is een dergelijke dominante rol voor godsdienst ondenkbaar, ondanks dat religieuze waarden nog steeds aanwezig zijn. Andere waarden en overtuigingen zijn inmiddels volledig uit beeld verdwenen. Zoals de aanname gedurende de opkomst van de natiestaat dat de rijkdom van een land is af te meten aan de hoeveelheid edelmetalen in de schatkist.
Ook niet meer gangbaar is de overtuiging dat het gewone volk gedoemd is in bittere armoede te leven. Achterliggende overtuigingen zijn achterhaald. Zoals het idee dat betere levensomstandigheden het volk lui maken en de productie in gevaar brengt. Of dat elke welvaartstoename tot zoveel meer nageslacht leidt dat de gemiddelde levenstandaard weer tot het absolute bestaansminimum daalt.
Achterhaalde overtuiging: bevolking stijgt evenredig met welvaart
Momenteel gangbare waarden hebben hun oorsprong in de Verlichting. Ieder mens is gelijkwaardig en heeft in zijn streven naar geluk recht op leven, vrijheid en bezit. Niet langer is de hoeveelheid edelmetalen in de schatkist maatgevend, maar wat hiermee wordt gedaan. De welvaart van een land wordt uitgedrukt in de hoeveelheid geproduceerde goederen en diensten. Welvaartverhoging van de bevolking is sindsdien een nadrukkelijk streven.
Er zijn verschillende overtuigingen hoe deze waarden het best in de praktijk te brengen. Op economisch vlak geloven de klassieke grondleggers in de heilzame werking van een vrije markt. De belangrijkste tegenstand komt van de socialisten. Zij geloven niet in het zelfsturend vermogen van de markt en in de veronderstelde harmonie van belangen.
Bereiken van welvaart via de kapitalistische route: video van Milton Friedman
Bereiken van welvaart via de socialistische route: achtergronden
Inmiddels nemen de meeste westerse landen een middenpositie in tussen de vrije markt en sturing vanuit de overheid. Enkel de nuances verschillen per land en van tijd tot tijd. De onderliggende waarden blijven dezelfde: welvaartverhoging van gelijkwaardige individuen. Dit komt onder meer tot uitdrukking in streefcijfers voor economische groei en ontwikkeling van wetgeving en rechtspraak. Er is alleen verschil van mening over hoe welvaart het meest efficiënt tot stand komt en hoe ver de gelijkwaardigheid reikt.
Gezien bovenstaande veranderingen in denken is er geen reden om aan te nemen dat de huidige waarden en overtuigingen hetzelfde blijven. Of dat de ontwikkeling van de samenleving een eindstation heeft bereikt. De geschiedenis leert dat na verloop van tijd nieuwe uitgangspunten ontstaan.
Verschuiving van paradigma: eend of konijn?
De voorwaarden voor een prettige en stabiele samenleving zijn overzichtelijk. Toch is het niet eenvoudig daadwerkelijk zo’n samenleving te realiseren. De moeilijkheid is de verlangens en inspanningen van iedereen te coördineren tot wenselijke uitkomsten. Hiervoor zijn goed functionerende institutionele regelingen en systemen nodig.
Het beste zijn regelingen die nauw aansluiten op de menselijke aard. Ergensland neemt aan dat de mens niet van nature goed of slecht is, maar in eerste instantie opportunistisch. Daardoor verkeren we ten opzichte van elkaar in een ‘prisoners’ dilemma’: we zijn bereid het goede te doen, maar wantrouwen of anderen hiertoe ook bereid zijn.
Prisoners’ dilemma
Succesvolle regelingen sluiten aan op dit opportunisme en functioneren ook zonder een voortdurend moreel appel. De vrije markt en de rechtstaat zijn hiervan goede voorbeelden. De markt levert welvaart voor alle deelnemers. Maar als je er zelf niets instopt, hoef je er ook weinig van te verwachten. In een rechtstaat wordt wenselijk gedrag afgedwongen, omdat misdragingen consequenties hebben.
Ongetwijfeld zijn er nog meer van deze stelsels te bedenken, die zonder naïef te zijn tot wenselijke uitkomsten leiden.